Hampton-preston Mansion and Gardens

Het Hampton-Preston House, gelegen aan 1615 Blanding Street in Columbia, South Carolina, is een historisch herenhuis dat het thuis was van leden van de prominente familie Hampton. Het werd op 29 juli 1969 opgenomen in het National Register of Historic Places. Ainsley Hall, een rijke koopman uit Columbia, liet het huis in 1818 bouwen. Enkele jaren later werd het gekocht door de voormalige generaal van de oorlog van 1812, Wade Hampton I, een rijke katoenplanter. Ook zijn zoon Wade Hampton II en kleinzoon Wade Hampton III woonden op verschillende tijdstippen in het huis, hoewel het eigendom na de dood van Hampton I overging op zijn dochter Caroline en haar man, staatssenator John S. Preston. Tijdens het laatste deel van de Amerikaanse Burgeroorlog werd het huis gebruikt als hoofdkwartier van majoor-generaal John A. Logan van de Unie tijdens de bezetting van Columbia. Het South Carolina Presbyterian Institute for Young Ladies kocht het herenhuis in 1890. Het huis heeft een postkoloniale, classicistische stijl, met een brede veranda aan de voorkant, Dorische zuilen en een bovenlicht. Binnen is een brede ronde trap met mahoniehouten leuningen. In het midden van de hal hangt een kristallen kroonluchter. De kamers zijn ruim en een ervan is versierd met een witmarmeren schoorsteenmantel van de beeldhouwer Hiram Powers. De tuinen besloegen een stadsblok en waren in de hele staat bekend, maar ze zijn ondergeploegd en omgehakt, om uiteindelijk een parkeerplaats te worden. Het Hampton-Preston House werd gerestaureerd en in 1970 heropend voor het publiek als een museum dat het leven belichaamt van de planterselite in het antebellum van Zuid-Carolina, en wordt beheerd door de Historic Columbia Foundation. Het bevindt zich in het Columbia Historic District II .