Om musea te ordenen en zo de site overzichtelijk te houden, maakt WhichMuseum gebruik van een categorieënsysteem bestaande uit twee lagen.

Types

De eerste laag bestaat uit museumtypes ('Types'). Dit zijn de hoofdcategorieën waar musea toe behoren. Elk museum heeft maximaal twee types: een primair type en indien van toepassing een secundair type. De volgende vijf types worden gehanteerd:

  • Kunst & Design
  • Geschiedenis & Antropologie
  • Natuur & Natuurlijke historie
  • Wetenschap & Technologie
  • Gespecialiseerd & Alternatief

Gebruik van types

Elk museum heeft een primair type en indien van toepassing een secundair type. Het primaire type geeft aan wat voor museum het is en waar het zich hoofdzakelijk op richt. Indien het museum zich voor een ander groot deel ook op andere zaken richt, wordt hiervoor het secundaire type gebruikt. Wanneer welk type gebruikt wordt volgt hieronder.

  • Kunst & Design
    • Kunst: Het product van creatieve menselijke uitingen, waaronder: schilderen, tekenen, grafiek, beeldhouwen, fotografie, film, moderne media, muziek en zang, dans, theater, literatuur en poëzie en bouwkunde of architectuur.
    • Design: Vormgeving.
    • Musea die zich richten op creatieve menselijke uitingen, waaronder: schilderen, tekenen, grafiek, beeldhouwen, fotografie, film, moderne media, muziek en zang, dans, theater, literatuur en poëzie, bouwkunde of architectuur en design.
  • Geschiedenis & Antropologie
    • Geschiedenis: Alles wat in het verleden heeft plaatsgevonden, dus ook alle fenomenen die verandering ondergaan.
    • Antropologie: De studie van mensen.
    • Musea die als doel hebben inzicht te geven in culturen en volkeren uit het verleden of historische gebeurtenissen. Onderwerpen in het museum zijn voor een groot gedeelte gerelateerd aan de bezigheden van een persoon, mensen, een volk of mensen in het algemeen.
  • Natuur & Natuurlijke historie
    • De inhoud, werking en geschiedenis van het heelal zoals door de mens waargenomen, met name de flora en de fauna.
    • Musea die zich richten op alles wat zich op, in en rond de Aarde bevindt. Hoofdthema’s zijn dierenkunde, plantenkunde en aardkunde.
  • Wetenschap & Technologie
    • Systematisch verkregen en geordende objectieve menselijke kennis en de toepassing van deze kennis die tot uiting komt in fysieke objecten en organisatievormen.
    • Musea die zich richten op de wetenschap of wetenschappelijke onderwerpen en objecten of objecten gerelateerd aan (grote) technologische vooruitgangen.
  • Gespecialiseerd & Alternatief
    • Gespecialiseerd: Expertise op een bepaald gebied.
    • Alternatief: Afwijkend van normaal.
    • Musea met een collectie bestaande uit hetzelfde type objecten (anders dan conventionele beeldende kunst) of een collectie over of omtrent één klein onderwerp, specifieke persoon of specifieke (kleine) groep, of om aan te geven dat het museum niet een ‘stereotype’ museum is. Lokale geschiedenis wordt niet gezien als 'gespecialiseerd'.

Onderwerpen

De tweede laag bestaat uit hoofdonderwerpen waar musea aandacht aan besteden. Dit zijn de 'Onderwerpen'. Musea kunnen een of meerdere onderwerpen hebben. De volgende 38 onderwerpen worden gehanteerd:

  • Aquarium
  • Archeologie
  • Automotive
  • Beroep & Ambacht
  • Botanische tuin
  • Dieren
  • Dierentuin
  • Divers
  • Film
  • Fotografie
  • Geologie
  • Hedendaagse kunst
  • Historisch huis
  • Industrieel erfgoed
  • Kasteel
  • Kinderen
  • Landbouw
  • Lokaal
  • Luchtvaart
  • Maritiem
  • Middeleeuwse kunst & Vroegrenaissance kunst
  • Moderne kunst
  • Muziek
  • Oorlog
  • Openlucht
  • Oude kunst
  • Persoon & Kunstenaar
  • Planten
  • Religie
  • Religieus gebouw
  • Renaissancekunst & Vroegmoderne kunst
  • Spoorweg
  • Sport
  • Sterrenkunde
  • Taal- en letterkunde
  • Toegepaste kunst
  • Tuin/Park
  • Volkenkunde

Elk museum heeft één of meerdere onderwerpen. Dit zijn hoofdonderwerpen waar een museum aandacht aan besteedt. De volgorde heeft bij Onderwerpen in tegenstelling tot bij Types geen betekenis. Wanneer welk onderwerp wordt gebruikt volgt hieronder.

Gebruik van onderwerpen

  • Aquarium
    • Ruimte met glazen wanden waarin onderwaterflora en -fauna wordt getoond.
    • Musea en dierentuinen die een aquarium bezitten, waarbij het aquarium een belangrijk onderdeel vormt van het museum of de dierentuin.
  • Archeologie
    • De studie van oude culturen door het analyseren van hun fysieke overblijfselen.
    • Musea die voor een groot gedeelte gefocust zijn op het tonen van overblijfselen van oude culturen. Niet lokale musea met een klein aantal bodemvondsten uit de buurt, tenzij het een groot onderdeel is van het museum.
  • Automotive
    • Voertuigen met motor die zich over de grond voortbewegen, anders dan treinen.
    • Musea over auto’s, motorfietsen, bussen, trekkers etc.
  • Beroep & Ambacht
    • Een samenhangend geheel van arbeidstaken die herkenbaar is voor de maatschappij.
    • Musea die gericht zijn of aandacht besteden aan één of meerdere ambachten of beroepen. Vaak gericht op museale ambachten, waaronder klompenmakerijen, brouwerijen en smederijen.
  • Botanische tuin
    • Een tuin met een wetenschappelijk karakter.
    • Musea die geheel bestaan uit een botanische tuin, of musea met naast een andere collectie een (grote) tuin met een wetenschappelijk karakter.
  • Dieren
    • Meercellige organismen met zintuigen die hun energie uit organische stof halen.
    • Musea over flora en fauna, vaak met opgezette dieren of dierentuinen.
  • Dierentuin
    • Verzameling levende, oorspronkelijk wilde dieren die in gevangenschap worden gehouden om mensen de gelegenheid te geven ze te kunnen bekijken.
    • Musea met enkele levende dieren of opgezette dieren zijn geen dierentuin.
  • Divers
    • Overige onderwerpen.
    • Musea die geen ander onderwerp kunnen hebben of musea met verschillende andere onderwerpen die niet het belangrijkste gedeelte van het museum aangeven.
  • Film
    • Een door opeenvolgende stilstaande beelden uitgebeeld verhaal weergegeven op een scherm.
    • Musea gericht op cinema, film, beeld of beeldcultuur.
  • Fotografie
    • Het vastleggen van afbeeldingen met behulp van licht en andere vormen van straling.
    • Kunstmusea met een collectie die voor minimaal 25% bestaat uit fotografie-gerelateerde objecten, waaronder foto's.
  • Geologie
    • De Aarde, haar geschiedenis en de processen die haar vormen en gevormd hebben.
    • Musea die voor een groot deel geologische vondsten tonen zoals: mineralen, gesteenten en fossielen.
  • Hedendaagse kunst
    • Kunst uit de periode 1970 t/m nu.
    • Musea met een collectie die voor minimaal 25% bestaat uit kunst afkomstig uit de periode 1970 t/m nu. Vaak wordt hedendaagse kunst in een museum gecombineerd met moderne kunst. Beide worden dan ook aangeduid.
  • Historisch huis
    • Een huis met een interessante geschiedenis.
    • Huizen, appartementen, paleizen, kastelen etc. die grotendeels bewaard zijn gebleven in hun originele staat, met het meubilair en collecties van vroegere bewoners of die afkomstig zijn uit dezelfde periode waarin ze leefden.
  • Industrieel erfgoed
    • De voortbrengselen van de mens ten behoeve van de dagelijkse arbeid.
    • Musea met, of gerelateerd aan fabrieksgebouwen, spoorwegen, bruggen, sluizen, gemalen, molens, en in het algemeen alle materiële sporen van de industriële maatschappij.
  • Kasteel
    • Een onder middeleeuwse omstandigheden te verdedigen zelfstandig versterkt bouwwerk.
    • Musea met tentoonstellingen over het kasteel waarin ze gesitueerd zijn, of een kasteel dat door bezoekers te bezichtigen is. Wordt niet gebruikt indien het museum gevestigd is in een kasteel en het kasteel zelf ook een apart museum is.
  • Kinderen
    • Leeftijd tot circa 14 jaar.
    • Musea die speciaal gericht zijn op kinderen of een speciale (grote) afdeling bezitten voor kinderen.
  • Landbouw
    • Activiteiten waarbij het natuurlijke milieu wordt aangepast voor de productie van planten en dieren voor menselijk gebruik.
    • Musea over tuinbouw, pluimvee etc. Vaak lokale musea gericht op het boerenleven in de regio.
  • Lokaal
    • Plaatselijk, van beperkte omvang.
    • Musea gericht op lokale thema’s. Vaak lokale geschiedenis of lokale kunst.
  • Luchtvaart
    • Luchtvaartuigen die zich door de dampkring verplaatsen en bijbehorende infrastructuur en diensten.
    • Musea gericht op vliegtuigen en ruimtevaart etc. of musea met een collectie luchtvaartuigen (waaronder oorlogsvliegtuigen).
  • Maritiem
    • Zaken gerelateerd aan de zee.
    • Musea met objecten of activiteiten gerelateerd aan de zee of rivieren, vaak scheepvaart.
  • Middeleeuwse kunst & Vroegrenaissance kunst
    • Kunst uit de periode 400 t/m 1400.
    • Musea met een collectie die voor minimaal 25% bestaat uit kunst afkomstig uit de periode 400 t/m 1400.
  • Moderne kunst
    • Kunst uit de periode 1860 t/m 1970.
    • Musea met een collectie die voor minimaal 25% bestaat uit kunst afkomstig uit de periode 1860 t/m 1970.
  • Muziek
    • Kunstvorm waarbij gebruik wordt gemaakt van klanken.
    • Musea gericht op muziek, muzikanten of muziekinstrumenten.
  • Oorlog
    • Gewapende strijd.
    • Musea die zich voor een groot deel richten op oorlog. Oorlog uit alle tijden is toegestaan.
  • Openlucht
    • Buiten op een terrein.
    • Musea die buiten, op een daarvoor ingericht terrein, gebouwen en objecten tonen.
  • Oude kunst
    • Kunst uit de periode 30,000 (v.Chr.) t/m 400 (n.Chr.)
    • Musea met een collectie die voor minimaal 25% bestaat uit kunst afkomstig uit de periode 30,000 (v.Chr.) t/m 400 (n.Chr.).
  • Persoon & Kunstenaar
    • Een individu of een groep individuen.
    • Musea gericht op één specifiek persoon, of specifieke (groep) personen. Vaak musea gericht op specifieke kunstenaars, wetenschappers of beroemdheden.
  • Planten
    • Levend organismen met een stengel en bladeren die water en anorganische stoffen uit de aarde opnemen.
    • Musea die (gedeeltelijk) gericht zijn op en iets vertellen over planten, met inbegrip van botanische tuinen of musea over de (plaatselijke) flora en het landschap.
  • Religie
    • Overtuigingen, culturele systemen, en wereldbeelden die betrekking hebben op het bestaan van de mensheid.
    • Musea die zich richten op religie of kerkelijke kunst of gebouwen voor godsdienstoefeningen.
  • Religieus gebouw
    • Een gebouw voor religieuze doeleinden met een open inrichting of andere monumentale eigenschappen, waaronder: kerken, moskeeën, kloosters, piramides, synagogen en tempels.
    • Musea gehuisvest in een religieus gebouw (waaronder kerken, moskeeën, kloosters, piramides, synagogen en tempels) of het gebouw zelf.
  • Renaissancekunst & Vroegmoderne kunst
    • Kunst uit de periode 1400 t/m 1880.
    • Musea met een collectie die voor minimaal 25% bestaat uit kunst afkomstig uit de periode 1400 t/m 1880.
  • Spoorweg
    • Twee evenwijdige stalen staven om treinen of rijtuigen op te laten voortbewegen.
    • Musea gericht op treinen en trams etc. Hieronder vallen ook musea die ritten verzorgen over historische spoorwegen.
  • Sport
    • Fysieke krachtmeting, fysiek spel of denkspel.
    • Musea gericht op sport in het algemeen of een specifieke sport.
  • Sterrenkunde
    • De observatie en de studie van alle verschijnselen buiten de atmosfeer van de Aarde.
    • Musea over sterren, sterrenstelsels, planeten en het heelal.
  • Taal- en letterkunde
    • Taal is communicatie in de vorm van tekens die gezamenlijk een systeem vormen. Letterkunde is de studie van de teksten die in een taal zijn geschreven.
    • Musea over boeken, teksten, schrijvers, taal(ontwikkeling) en ontwikkelingen in drukkunst.
  • Toegepaste kunst
    • De esthetische vormgeving van functionele voorwerpen. Tot de toegepaste kunsten worden gerekend: architectuur, interieurontwerp, industriële vormgeving, fotografie, grafische vormgeving, modeontwerp en edelsmeedkunst.
    • Musea waarvan de collectie minimaal voor 25% bestaat uit toegepaste kunst (architectuur, interieurontwerp, industriële vormgeving, fotografie, grafische vormgeving, modeontwerp en edelsmeedkunst).
  • Tuin/Park
    • Een ontworpen en aangelegd groen gebied of stuk grond waar planten groeien.
    • Musea met een noemenswaardige (beelden)tuin. Vaak kastelen en botanische tuinen.
  • Volkenkunde
    • Studie van het sociale gedrag, de economische structuur en de religie van volken en bevolkingsgroepen.
    • Musea gericht op volkeren gedurende verschillende periodes, vaak gecombineerd met archeologie. Musea gericht op een ruime regio of groter. Niet kleine lokale musea over de geschiedenis van het lokale volk door de tijd heen.