Tentoonstelling 'Met de natuur als leermeester - De kunstenaarskolonie Schwaan in Domburg' in Marie Tak van Poortvliet Museum
Zoals er in de tweede helft van de negentiende eeuw talrijke kunstenaarskolonies in Europa ontstonden, zo ontwikkelde zich omstreeks 1890 ook in Schwaan een gemeenschap van schilders. De uit Schwaan zelf afkomstige Franz Bunke, Rudolf Bartels en Peter Paul Draewing vormden samen met de uit Hamburg stammende Alfred Heinsohn de belangrijkste steunpilaren van de enige kunstenaarskolonie in Mecklenburg.
Ze waren aan de Weimarer Malerschule – de Groothertogelijk-Saksische Kunstschool in Weimar – onderwezen in de realistisch-naturalistische landschapschilderkunst en beoefenden hun natuurstudie in hun geboortestreek Mecklenburg.
Bartels en Heinsohn ontwikkelden zich het meest in moderne richting en zouden tot de zgn. Klassieke Modernen gaan behoren. Met hen mee kwamen collega’s als Paul Baum (in Zeeland geen onbekende), Richard Starcke, Hedwig von Germar en Otto Tarnogrocki, die voor een levendige uitwisseling van werken en ideeën zorgden. Vrouwelijke kunstenaars als Ilse Jonas en Helene Dolberg bleken eveneens een band met Schwaan te hebben.