Tentoonstelling 'Tegenvoeters - Cornelius Rogge & Pjotr Müller' in Museum de Fundatie
Tegenover de grillige en ongrijpbare beelden van Rogge staan de ogenschijnlijk heldere en meetbare constructies van Müller. Wat de beide kunstenaars ondanks hun verschillen bindt, is de fascinatie voor het mysterie. Hun kunst lost het mysterie niet op, maar laat dit juist zien.
Cornelius Rogge (1932) is beeldhouwer, tekenaar en installatiekunstenaar. Met zijn werk geeft hij vorm aan zijn verlangen om het onkenbare te kennen en het ongrijpbare te grijpen. De evidente onvervulbaarheid van dit verlangen houdt zijn grote scheppingsdrang niet tegen. In de dubbeltentoonstelling ‘Tegenvoeters’, een samenwerkingsproject van Museum de Fundatie en het Stedelijk Museum Kampen, is zijn meest recente beeldhouwwerk te zien. Het gaat om een reeks expressieve chromen figuren en maskers, die doen denken aan de kunst van zogenaamd primitieve volkeren. Het spiegelende oppervlak maakt het moeilijk ze goed te bekijken. De beschouwer ziet behalve het kunstwerk ook steeds zichzelf, enigszins vervormd door de buiging van het materiaal en verstoord door de gefixeerde blik van de figuren. De confrontatie is even noodzakelijk als onontkoombaar, maar schept eerder verwarring dan duidelijkheid. Realiteit en illusie dringen zover in elkaar door dat de grens tussen beiden wordt opgeheven. Het één bestaat niet zonder het ander. In de beeldentuin rond Kasteel het Nijenhuis is eveneens een aantal vroegere werken van Rogge te zien.
