13 okt 2019 – 26 jan 2020

Tentoonstelling 'Voortvarende vrouwen' in Veenkoloniaal Museum Veendam

In de Groninger Veenkoloniën speelde de vrouw in de zeevaart een belangrijke rol. Ze bleef niet alleen thuis wachten op de terugkomst van haar man en kinderen, maar voer zelf actief mee. De vloot in de Veenkoloniën bestond hoofdzakelijk uit relatief kleine zeeschepen, variërend van 60 tot 150 ton. In de binnenvaart was, en is nog steeds, een belangrijke rol voor de vrouw weggelegd. De Veenkoloniale zeevaart ontsproot juist uit die binnenvaart. Op oude binnenvaartfoto’s zien we dan ook vaak de vrouw aan het roer staan. Op de Veenkoloniale zeeschepen voeren in de 19de eeuw regelmatig de vrouwen van de kapitein en de stuurman mee. Daarnaast brachten ze hun kinderen mee aan boord. In tegenstelling tot op de grote zeeschepen, maakten ze in de Veenkoloniale vloot vaak een wezenlijk onderdeel uit van de bezetting van het schip. Deels komt dit omdat de 19de-eeuwse zeevaart is ontstaan uit de traditie van binnenvaart. Omdat men min of meer was gedwongen om turf af te voeren over zee, ontstond de Wad- en Sontvaart. De schepen in de Groninger Veenkoloniën bleven relatief klein en de bezetting bestond vaak uit vijf tot zeven personen. Uit brieven en correspondentie, maar ook uit publicaties van tijdgenoten zoals H.J. Top en Anthony Winkler Prins blijkt dat het ondernemende, maar ook goedgeklede en geletterde vrouwen waren.

Meer informatie

Veenkoloniaal Museum Veendam Bron