Tentoonstelling 'Hendrik Valk 1897-1986 - Tussen figuratie en abstractie' in Museum De Lakenhal
De museumcollectie wordt verrijkt met een bijzondere en veelomvattende schenking van het werk van Hendrik Valk (1897-1986). De nadruk ligt hierbij op zijn vroege periode, toen de kunstenaar in Leiden woonde en werkte. Het complete ensemble van schilderijen, tekeningen en gouaches dat aan Museum De Lakenhal is geschonken door de Stichting Hendrik Valk wordt vanaf zaterdag 5 september 2015 getoond. Onder de schenking bevindt zich een zelfportret (1919), het schilderij 'Zonneplekken in kreupelbos' (1917) en een geschilderd 'Triptiek' (1925) met een gestileerde Adam en Eva in het Paradijs. In de collectie van Museum De Lakenhal bevonden zich onder meer al het schilderij 'Huisje te Wassenaar' (1924) en 'Het Ontbijt' (1921)
Hendrik Valk (1897 - 1986) vestigde zich in 1917 in Leiden en kreeg in 1927 zijn eerste solo-expositie in Museum De Lakenhal. Het jaar daarvoor was hij naar Arnhem verhuisd, waar hij tot 1962 als docent aan de kunstacademie zou werken. Daar ontmoette hij ook Tatjana Kotschergina, een leerlinge die in Riga geboren is. Na hun huwelijk brachten zij vele zomers in Letland door.
Valk was een veelzijdig kunstenaar, werkzaam in een tijd waarin de kunstwereld volop in beweging was. Internationaal verkenden verschillende artistieke stromingen de grens tussen figuratie en abstractie. Hendrik Valk stileerde de werkelijkheid, maar de voorstelling in zijn werk bleef altijd herkenbaar. Hij ging uit van een naturalistische voorstelling, waaruit hij steeds meer details wegliet. Nooit heeft hij zich formeel aangesloten bij een bredere beweging, maar zijn oeuvre vertoont wel degelijk raakvlakken met het werk van De Stijl-kunstenaars. Valk werd door Theo van Doesburg, die deze kunstenaarsbeweging in 1917 oprichtte in Leiden, tevergeefs gevraagd om toe te treden. Hendrik Valk wenste niet principieel vast te moeten houden aan abstractie, wat tot uiting komt in de diversiteit van zijn oeuvre.