Tentoonstelling 'Spiegeloog - Het zelfportret in de Nederlandse kunst' in Museum Arnhem
Met meer dan honderd schilderijen, tekeningen, foto- en videowerken en installaties wordt in Spiegeloog een rijk beeld geschetst van het zelfportret. In de tentoonstelling en publicatie komen belangrijke ontwikkelingen in de 20e eeuw aan bod, zoals de erkenning van het onderbewustzijn en het verdwijnen van de herkenbare representatie. In de tweede helft van de 20e eeuw wordt het zelfportret in de conceptuele- en de feministische kunst, in ‘body-art’ ingezet om politieke, sociale en andere maatschappelijke kwesties aan de orde te stellen. Steeds vaker wordt het genre verbonden met kwesties rond gender en etnische identiteit. Naast de weergave van het uiterlijk of als spiegel van de ziel van de kunstenaar laat het zelfportret ook de tijdsgeest zien. Enerzijds is het een toonbeeld van individualiteit, tegelijkertijd is het ook een universeel middel om het Zelf te tonen. Weer anderen stellen in hun zelfportret de verbeelding van een zelf, of zoiets als een innerlijk ter discussie. Spiegeloog zoekt deze onderliggende spanning tussen de portretten op. Zo contrasteert het bijna doorschijnende zelfportret van Jan Mankes (1889-1920) uit 1912 met een naakt zelfportret van fotografe Katharina Behrend (1888-1973) uit 1908. Een heroïsch zelfportret van Carel Willink (1900-1983) wordt vergeleken met het zelfportret ‘Ik’ (1932) van Gerrit van ’t Net (1910-1971) die zijn ‘ik’ laat opsplitsen.