Tentoonstelling 'Van Gogh 400 dagen in A'dam' in Stadsarchief Amsterdam
Voordat Vincent van Gogh de kunstenaar werd die we nu kennen, verbleef hij ruim een jaar in Amsterdam voor zijn studie theologie; hij wilde predikant worden. Hij schreef in deze periode vele openhartige brieven aan zijn broer Theo. Deze brieven - met prachtige beschrijvingen van de stad aan de hand van verschillende schilderijen en prenten - vormen het uitgangspunt van Vincent van Gogh, 400 dagen in Amsterdam. Van Gogh is in feite de conservator van deze tentoonstelling, waarin we de stad zien door de ogen van de 24-jarige student die dacht dat hij dominee zou worden en nog niet wist dat hij kunstenaar was.
"'t Is een mooie stad hier" schrijft Van Gogh in 1877 aan zijn broer Theo, "wat zou ik graag U allerlei dingen hier wijzen en laten zien." Aan de hand van zijn gedetailleerde brieven kruipen we in de huid van de jonge Van Gogh die in Amsterdam overal om zich heen schilderijen waarneemt en op die manier de stad schildert, niet in verf maar in woorden. Door zijn eerdere werk in de kunsthandel heeft hij een schat aan beelden in zijn geheugen opgebouwd. Veel kunstenaars en werken die hij met name noemt en die de stad tot leven brengen zijn op de tentoonstelling te zien: Rembrandt, Jacob en Matthijs Maris, Gustave Doré, Millet, Jozef Israëls, Bosboom, Cornelis Springer, Jan Sluijters, Piet Mondriaan en James Whistler bijvoorbeeld.
Ook twee olieverfschetsen van Amsterdam van Van Gogh zelf zijn te zien, nadat hij zich in 1880 volledig op het kunstenaarschap had gericht. Deze schilderijen die hij in 1885 maakte van de stad die hij zo vaak in woorden heeft geschetst, zullen voor het eerst sinds vele jaren samen te zien zijn. Zij vormen de afsluiting van de tijd die Van Gogh in Amsterdam doorbracht.